Afgelopen donderdagavond hebben het N2-team van de Wijker Toren en de hoofdmacht van Het Paard van Ree een vredelievende gelijkspel opgevoerd.

De Wijker Toren speelt al jarenlang in het Prinsenhof. Een onderkomen dat een kleine opknapbeurt heeft gekregen: de muren zijn met een minder steriele lichtgrijsgroene tint opnieuw gesausd en de vreselijke klapstoelen zijn gelukkig al enige tijd geleden vervangen door comfortabele stoelen. Wat gebleven is zijn de ongekende lage consumptieprijzen. Je kunt hier nog voor een tientje dronken worden bij wijze van spreken. Het speellokaal blijft echter lijken op een gymlokaal. Het is niet anders. Verheugend is het aantal jonge spelers dat doorstroomt uit de jeugdafdeling van de Wijker Toren. Lang geleden dat ik zoveel tieners en jonge twintigers in de speelzaal aantrof achter het schaakbord, achteraf schattend op zo'n kleine tien man. De jeugdleiding mag trots zijn.

20191017_220809 (Small).jpg20191017_220917 (Small).jpg

 

Op de borden was het spel minder vredelievend dan de uitslag doet vermoeden. En zo hoort het ook. Ikzelf was als eerste na 16 zetjes klaar. Mijn tegenstander wilde graag de f-lijn openen en was daar zo mee bezig dat hij daarbij het gevaar van een combinatie mijnerzijds over het hoofd zag, met stukverlies voor hem tot gevolg: 0-1. Genoot Rob Baltus kon na algehele stukkenruil een eindspel met een pion minder plus een dubbelpion niet meer bolwerken: 1-1. Onze bord1-speler Wolter Vos verbruikte veel bedenktijd tegen Hans Wiemerink om de problemen in het centrum op te lossen. Dat kostte een pion en de uitslag werd door de onafwendbare tijdnood bepaald: 1-2. Nog drie partijen te gaan, Huub en Rob stonden beter en Erik stond een beetje bedenkelijk. Aan dat beeld veranderde niet veel meer. Cor Meems, tegenstander van Huub de Vries, compliceerde de stelling met een dreigende pionnenvork en deed met een kwaliteitsoffer er nog een schepje bovenop. Genoot Huub wist dit allemaal bekwaam op te vangen en kon de partij netjes naar zich toetrekken: 2-2. Erik Teske kwam redelijk uit de opening. Hij had een loperpaar gecreëerd maar met nog veel pionnen op het bord kon hij daar niet zoveel mee uitrichten. De zeer ervaren Johan Boezewinkel wist het ontstane toreneindspel prima uit te spelen: 2-3. Rob Graaff stond al geruime tijd een pion voor, een pion dat ooit verzilverd zou moeten worden. Maar eerst moest hij iets doen aan het ruimtelijk overwicht van zijn tegenstander. Dat betekende veel laveren waarbij de loper van zijn opponent bekwaam buitenspel werd gezet. Rob beschikt over een goede eindspeltechniek dat uiteindelijk tot de gewenste doorbraak leidde. Spoedig kon de winst binnengehaald worden. Iedereen was tevreden met het bereikte resultaat, broedermoord was uitgebleven. 

Later volgt de publicatie van een paar gespeelde partijen.

Zie ook: NHSB